basics: diplexer or duplexer
|
inleiding
|
De termen diplexer en duplexer worden nog wel eens verward. Dat is begrijpelijk omdat zowel de naam en werking bijna gelijk is aan elkaar. Ondanks de overeenkomsten zijn er ook verschillen die zeer belangrijk zijn.
De overeenkomsten tussen een diplexer en een duplexer zijn onder andere als volgt: - Beide een onderdeel dat RF signalen doorlaat of spert; - Beide hebben (minimaal) drie aansluitingen
|
diplexer
|
Een diplexer heeft drie aansluitingen waarvan één gemeenschappelijke aansluiting. De twee overige aansluitingen worden gecombineerd tot de gemeenschappelijke aansluiting. Dezelfde twee aansluitingen werken op frequenties die relatief ver uit elkaar liggen, doorgaans zelfs in een aparte band. Vaak wordt een diplexer aangeduid als combiner/splitter met filter eigenschappen. Zowel zenden als ontvangen van dezelfde band gaat via dezelfde "poort". Door bijvoorbeeld een Low Pass Filter en een High Pass Filter aan elkaar te koppelen kan de VHF band via de Low Pass Filter worden doorgelaten en de UHF band via de High Pass Filter. Zo kunnen twee zendontvangers (VHF én UHF) aan één antenne worden aangesloten. Of twee antennes aan één zendontvanger, dan wordt één antenne voor VHF gebruikt en één antenen voor UHF. Zo is het mogelijk om met één kabel zowel een rondstraler als een richtantenne (op een andere band) te gebruiken.
|
triplexer en quadplexer
|
Een logisch vervolg op een diplexer is een triplexer en een quadplexer. Zo kunnen niet twee maar respectievelijk drie en vier banden worden gesplitst/gecombineerd. Aannemelijk is het dat de hoogste band via een High Pass Filter werkt, de laagste band via een Low Pass Filter en de tussenliggende banden via een bandfilter. Hoewel het ongebruikelijk is, is het mogelijk om HF, VHF en UHF signalen via één kabel door te laten.
Een voorbeeld van een triplexer is de triplexer van PA0JWX die door Nederlandse amateurs veel wordt toegepast.
|
duplexer
|
Een duplexer is vergelijkbaar met een diplexer alleen werken de poorten van de diplexer in dezelfde band en wordt één poort gebruikt voor zenden, één poort voor ontvangen en de gemeenschappelijke poort voor aansluiten op de antenne. Met andere woorden, een duplexer koppelt de zender en ontvanger aan één antenne waarbij er isolatie is tussen de zender en ontvanger. Hierdoor wordt de ontvanger niet vernield door het zendvermogen van de zender. Een eigenschap van een duplexer moet zijn dat de filter een smalle karakteristiek moet hebben om zo laag mogelijke doorlaat demping te verkrijgen op de ene poort en een zo hoog mogelijke demping op de andere poort. Duplexers worden veel gebruikt bij repeaters en radar installaties. Hier liggen de zend en ontvangstfrequenties relatief dicht bij elkaar. Diplexers zijn dus ongeschikt voor radar installaties en repeaters omdat de frequenties bij diplexers relatief ver uit elkaar ligt, tenzij een repeater zend en ontvangstfrequentie op verschillende banden zijn. (Crossband repeaters.)
Eigenschappen zijn doorgaans dat de doorlaatdemping van de zender naar de antenne laag is en van de antenne naar de ontvanger ook laag is, minder dan 1dB aan verliezen. De isolatie (sper demping) tussen de zender en de ontvanger dien hoog te zijn. Minimaal 80dB, 90dB is beter en meer dan 100dB demping is zeer gewenst.
Een voorbeeld van een duplex filter is de Celwave P522.
Kort door de bocht genomen kan beweerd worden dat de werking van een duplexer qua werking overeenkomt met een circulator. Het zender signaal wordt alleen doorgegeven naar de antenne, het antenne signaal wordt alleen doorgegeven naar de ontvanger en van de ontvanger gaat geen signaal naar de zender. De bouw van een duplexer en circulator is bij relatief lage frequenties fysiek anders en het gedrag bij reflecties is ook anders, maar om de werking duidelijker maken wordt de vergelijking met een circulator wel eens gebruikt. Bij microgolf duplexers gaat de vergelijking met circulators meer op, maar dat wordt hier buiten beschouwing gelaten.
|
|